ActUmail.nl® Publisher Zedenrecht

Zedendelinquenten en het Strafrecht

De strafrechtelijke aanpak van plegers van seksuele delicten

Typologie, Seksuologie, Criminologie en Penologie van zedenmisdrijven en (minderjarige) zedendelinquenten

serie: Methodische vaardigheden voor professionals

mr.dr.drs. Michael Boelrijk

Amstelveen: ActUmail 2006 ISBN 978907847002x

Deze uitgaven zijn online te bestellen

Bestel Adobe Reader Abonnees kunnen hier inloggen Uw abonnement biedt u toegang tot de publicatie; de mogelijkheid tot downloaden en het online raadplegen van updated informatie.

Inhoudsopgave

1. Inleiding

2. Seksuologie

3. Criminologie

4. Zedelijkheidswetgeving

5. Jeugdstrafrecht

6. Empirisch onderzoek

7. Dwangbehandeling van dranghandeling

8. Bijlagen

8.1 Interviewprotocol

8.2 Vertaling tests

8.3 Verjarings- en executie termijnen

8.4 Landelijke statistieken zedendelinquenten

8.5 tekst & uitleg zedenmisdrijven

Samenvatting

Summary

Literatuur

Rechtspraak tot 1997

Rechtspraak vanaf 1997

Trefwoorden

Namenregister

Voorwoord van prof. dr. Jos Frenken 1997

Recent is aangetoond dat veel seksuele delinquenten al in hun puberteitsleeftijd zijn begonnen met seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens vrouwen en kinderen. Daar is nooit aandacht aan besteed door de sociale omgeving van die jongeren. Seksueel gewelddadig gedrag door jongeren wordt in de samenleving nog veelal afgedaan als behorend bij een onschuldige experimenteerfase die wel overgaat als de jeugdige ouder wordt. Veel inzicht in deze specifieke groep plegers is er nog niet: wat is de aard en omvang van de delicten? Wat voor jongeren zijn de plegers? Hoe doet justitie deze zaken af? In welke mate wordt binnen het jeugdstrafrecht gebruik gemaakt van behandelvormen gericht op recidivepreventie?
In Minderjarige zedendelinquenten geeft de jurist en criminoloog Michael Boelrijk antwoord op deze vragen. Hij onderzocht daarvoor — na een uitvoerige literatuurstudie — 182 dossiers van minderjarige verdachten en interviewde een aantal van hen. Hij brengt deze groep jongeren in kaart zowel vanuit een forensisch-seksuologisch en criminologisch perspectief als vanuit een juridisch perspectief. Boelrijk documenteert dat jeugdige plegers een heterogene groep vormen: heterogeen in de aard van de seksuele handelingen, de delictsituatie, de leeftijd van de slachtoffers, de mate van geweld, recidive, etnische achtergrond en criminele antecedenten. Even divers blijkt de afdoening te zijn van de 182 gevallen door politie, Openbaar Ministerie en de rechter. De afdoening en de registratie daarvan blijken nogal wat gebreken te vertonen.
Omdat sepot met een reprimande en jeugddetentie lang niet altijd effectief zijn, pleit de auteur voor het optimaal benutten van justitiële behandelvoorzieningen. Hij geeft het belang aan van een "stok achter de deur". Deze stok is een juridische titel voor de behandeling. Een jeugdstrafrechtelijke behandelingsmaatregel legt de rechter nu nog veel te weinig op bij jeugdigen met een verhoogd recidiverisico. Het belang van deze studie is dat zij een brug slaat over de kloof tussen het jeugdstrafrecht en de intramurale en ambulante jeugdzorg voor deze groep plegers.
Als het centrale doel het terugdringen is van het aantal slachtoffers in de naaste en verre toekomst en als psycho-educatie en het aanleren van prosociaal seksueel gedrag dat kunnen bevorderen, dan is het essentieel dat juristen hun weerstanden tegen deze behandelvormen laten varen om de mogelijkheden die het jeugdstrafrecht daartoe biedt optimaal te benutten.
Dit boek is de beste Nederlandse studie op dit gebied ten behoeve van kinderrechters, officieren van justitie, advocaten, medewerkers van jeugd- en zedenpolitie en werkers in de jeugdzorg.

Prof. dr. J. Frenken, seksuoloog, voorzitter van de Vereniging voor Forenische Seksuologie

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

1.1Probleemstelling................................................................................ 1

1.2Minderjarige zedendelinquenten........................................................... 4

1.2.1Omschrijving................................................................................... 4

1.2.2Elementen...................................................................................... 5

1.2.2.1Minderjarigen................................................................................ 5

1.2.2.2Zedendelinquenten........................................................................ 5

1.2.2.3Seksuele daad............................................................................. 6

1.2.2.4Leeftijd......................................................................................... 7

1.2.2.5Tegen de wil................................................................................. 7

1.2.2.6Zonder wilsovereenstemming......................................................... 7

1.2.2.7Agressieve, bedrei­gende of exploi­terende wij­ze................................ 8

1.3Samenvatting..................................................................................... 8
 
 
HOOFDSTUK 2 SEKSUOLOGIE

2.1Inleiding............................................................................................ 11

2.2Forensische seksuologie.................................................................... 11

2.3Stromingen in de forensische seksuologie........................................... 12

2.4Forensisch seksuologische aspecten.................................................. 14

2.4.1De seksuele ontwikkeling................................................................ 14

2.4.2Ontwikkeling van parafilie................................................................ 17

2.4.3Wel of geen conditionering?............................................................. 22

2.4.3.1Conditioneringsprocessen............................................................. 22

2.4.3.2Conditionering door fantasieën....................................................... 22

2.5Onderverdeling zedendelinquenten...................................................... 23

2.5.1Pedoseksuelen en verkrachters....................................................... 23

2.5.2Pedoseksuelen en pedofielen.......................................................... 24

2.5.2.1Algemeen.................................................................................... 24

2.5.2.2Minderjarige pedoseksuelen en pedofielen...................................... 26

2.5.2.3Incestplegende minderjarige zedendelinquenten.............................. 28

2.5.3Onderverdeling minderjarige zedendelinquenten................................. 29

2.6Typologieën...................................................................................... 30

2.6.1Inleiding typologieën........................................................................ 30

2.6.2Verkrachterstypologie..................................................................... 31

2.6.2.1Verkrachterstypologie van Knight en Prentky.................................. 31

2.6.2.2Verkrachterstypologie van Frenken................................................ 31

2.6.3Beoordeling typologieën voor minderjarige ze­dendelin­quenten............. 33

2.6.3.1Typologie van Knight en Prentky.................................................... 33

2.6.3.2Typologie van France en Hudson................................................... 34

2.7Samenvatting.................................................................................... 35
 
HOOFDSTUK 3 CRIMINOLOGIE

3.1Inleiding............................................................................................ 37

3.2Criminologische theorie...................................................................... 39

3.2.1De sociale controletheorie van Hirschi.............................................. 39

3.2.2Nederlands onderzoek naar de sociale control­etheorie....................... 40

3.2.3Resultaten uit het onderzoek van Rutenfrans.................................... 41

3.2.4Conclusies van Ruten­frans.............................................................. 42

3.3Etniciteit........................................................................................... 44

3.3.1Introductie etniciteit........................................................................ 44

3.3.2Relatie tussen criminaliteit en etniciteit?........................................... 45

3.3.3Opmerkingen over de Marokkaanse etni­citeit.................................... 47

3.3.4Onderzoek naar seksualiteitsbeleving van Ma­rokkaanse jonge­ren...... 50

3.4Criminologische aspecten van zedende­linquen­tie.................................. 52

3.4.1De Amerikaanse modale minderjarige zedendelin­quent...................... 52

3.4.2Slachtofferverleden van zedendelinquenten....................................... 52

3.4.2.1Slachtofferverleden van meerderjarige zedendelin­quenten................. 52

3.4.2.2Slachtofferverleden van minderjarige zedende­linquen­ten................... 54

3.4.3Slachtoffers van minderjarige zedendelinquen­ten............................... 55

3.4.3.1Leeftijd van de slachtoffers............................................................ 55

3.4.3.2Slachtoffer - dader relatie.............................................................. 56

3.4.4Pornografieconsumptie zoethouder of activeer­der?............................ 56

3.4.4.1Effect pornografieconsumptie........................................................ 56

3.4.4.2Pornografieconsumptie door minderjarigen...................................... 59

3.4.5Drugs............................................................................................ 60

3.4.6Antecedenten en recidive................................................................ 61

3.4.6.1Antecedenten van minderjarige zedendelinquenten.......................... 61

3.4.6.2Recidive door zedendelinquenten................................................... 62

3.5Nederlands statistisch onderzoek naar zedendelin­quenten.................... 62

3.5.1Statistisch onderzoek naar meerderjarige ze­dendelinquenten............. 62

3.5.2Statistisch onderzoek naar minderjarige zeden­delinquenten............... 64

3.6Samenvatting.................................................................................... 66
 
HOOFDSTUK 4 ZEDELIJKHEIDSWETGEVING

4.1Inleiding............................................................................................ 67

4.2Historische ontwikkeling..................................................................... 68

4.2.1Proloog.......................................................................................... 68

4.2.2Stromingen vanaf 1880.................................................................... 69

4.2.3Adviescom­missie herziening zedelijk­heidswetge­ving.......................... 70

4.2.4Overheidsbeleid.............................................................................. 71

4.2.5Wetswijzigingen seksuele delicten vanaf 1970.................................. 72

4.2.6Evaluatierapport Commissie de Savornin Lohman.............................. 74

4.2.6.1Problemen bij de nieuwe zedenwetgeving....................................... 74

4.2.6.2Conclusie van de Commissie de Savornin Lohman.......................... 75

4.3Artikelsgewijze behandeling van seksuele delicten................................ 76

4.3.1Inleiding bij de artikelsgewijze behandeling....................................... 76

4.3.2Artikel 239 Strafrecht, Schennispleging............................................ 77

4.3.2.1Inleiding artikel 239...................................................................... 77

4.3.2.2Schennis der eerbaarheid en exhibitionisme................................... 79

4.3.2.3Wijze van schennispleging............................................................ 80

4.3.2.4Zijns ondanks tegenwoordig.......................................................... 80

4.3.2.5Vervolging van exhibitionisten........................................................ 81

4.3.3Artikel 242 Strafrecht, Seksueel binnendringen................................. 82

4.3.3.1Inleiding artikel 242...................................................................... 82

4.3.3.2Seksueel binnendringen................................................................ 83

4.3.3.3Geslacht van de pleger................................................................. 85

4.3.3.4(Bedreiging met) geweld............................................................... 86

4.3.3.5Andere aspecten van artikel 242.................................................... 88

4.3.4Artikel 243 Strafrecht, Seksueel bin­nendringen bij wilsonbe­kwamen... 90

4.3.5Artikel 244 Strafrecht, Seksueel binnendringen bij kind jonger dan 12 92

4.3.6Artikel 245 Strafrecht Seksueel binnendringen bij kind tussen 12 & 16 94

4.3.7Artikel 246 Strafrecht, Aanranding.................................................... 95

4.3.7.1Inleiding artikel 246...................................................................... 95

4.3.7.2(Bedreiging met) andere feitelijkheid............................................... 96

4.3.8Artikel 247 Strafrecht, Ontucht........................................................ 97

4.3.8.1Inleiding artikel 247...................................................................... 97

4.3.8.2Ontucht met jeugdigen................................................................. 98

4.3.8.3Verleiding jeugdigen..................................................................... 98

4.3.8.4Andere aspecten van artikel 247.................................................... 99

4.3.9Artikel 248 Strafrecht, Gevallen van strafver­zwaring.......................... 101

4.3.10Artikel 248bis oud-Sr Homoseksueel contact meer­der- en minder­ja­ri­gen 103

4.3.11Artikel 248ter Strafrecht, Verleiding van minderjari­gen tot ontucht..... 105

4.3.12Artikel 249 Strafrecht, Ontucht met misbruik van gezag.................. 106

4.3.12.1Inleiding artikel 249.................................................................... 106

4.3.12.2De relatie van de dader tot het slachtoffer..................................... 107

4.3.12.3Incest....................................................................................... 109

4.3.13Artikel 251 Strafrecht, Bijkomende straffen.................................... 110

4.4Samenloopregels.............................................................................. 111

4.4.1Samenloop, inleiding...................................................................... 111

4.4.2Samenloop met artikel 245 Sr?....................................................... 113

4.4.3Systematische specialiteit artikel 242 Sr?........................................ 114

4.4.4Samengestelde delicten................................................................. 116

4.5De minderjarige ontuchtpleger............................................................ 117

4.5.1Ontucht......................................................................................... 117

4.5.2Leeftijd slachtoffer......................................................................... 119

4.5.3De wederrechtelijkheid.................................................................... 121

4.5.4Ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid............................... 122

4.6Aangifteplicht................................................................................... 123

4.7Klachtdelicten.................................................................................. 125

4.7.1Invoering klachtvereiste.................................................................. 125

4.7.2Het klachtvereiste en het overgangsrecht......................................... 126

4.7.3Klachtvereiste jurisprudentie........................................................... 127

4.7.4Seksuele delicten tegen 12-16 jarigen, klacht­vereiste?...................... 128

4.8Verjaring van seksuele delicten gepleegd door min­derjarigen................. 130

4.8.1Inleiding........................................................................................ 130

4.8.2Jeugdstrafrecht.............................................................................. 131

4.8.3De wetswijziging Verjaringstermijn zedendelic­ten.............................. 132

4.8.4De wetswijziging doorgevoerd in het nieuwe jeugd­strafrecht................ 133

4.8.5Overgangsrecht............................................................................. 135

4.8.6Overgangsrecht en terugwerkende kracht......................................... 135

4.8.7Verjaring onbespro­ken verlengd...................................................... 137

4.9Conclusie......................................................................................... 138
 
HOOFDSTUK 5 JEUGDSTRAFRECHT

5.1Inleiding........................................................................................... 141

5.2Jeugdstrafrechtelijke beginselen......................................................... 143

5.2.1Inleiding leeftijdsgrenzen................................................................ 143

5.2.2Juridische discussie leeftijdsgrenzen............................................... 144

5.2.3Gedragswetenschappelijke onderbouwing leef­tijds­grens?................... 146

5.2.4Doelstelling van het jeugdstrafrecht................................................. 147

5.3Het schuldbegrip............................................................................... 150

5.3.1Het schuldbegrip in het jeugdstrafrecht............................................ 150

5.3.2Het schuldbegrip bij minderjarige zedendelinquenten......................... 151

5.3.3Gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis der geestvermo­gens.. 153

5.4Persoonlijkheidsonderzoek................................................................ 155

5.4.1Verdachten jonger dan twaalf jaar.................................................... 155

5.4.2Persoonlijkheidsonderzoek verdachten ouder dan twaalf jaar............. 156

5.5Sancties in het jeugdstrafrecht........................................................... 157

5.5.1Inleiding........................................................................................ 157

5.5.2De sancties vóór de wets­wijziging 1995............................................ 159

5.5.2.1Algemeen: sancties vóór 1995...................................................... 159

5.5.2.2De tuchtschoolstraf..................................................................... 161

5.5.2.3De jeugd-TBR maatregel.............................................................. 161

5.5.2.4De PIBB maatregel...................................................................... 162

5.5.2.5De OTS maatregel....................................................................... 163

5.5.3De sancties ná wetswijzi­ging 1995................................................... 164

5.5.4De taakstraf: het leerproject Seksualiteit......................................... 165

5.5.5De maatregel Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdi­gen (PIJ)............ 166

5.5.5.1Algemene regels van de PIJ......................................................... 166

5.5.5.2Tenuitvoerlegging PIJ................................................................... 168

5.5.5.3Voorwaardelijke beëindiging PIJ.................................................... 169

5.5.6De TBS maatregel......................................................................... 170

5.5.6.1Mogelijkheid oplegging TBS aan minderjarigen............................... 170

5.5.6.2TBS zonder en met dwangverpleging............................................. 170

5.5.6.3Combinatie TBS en gevangenisstraf.............................................. 171

5.5.6.4TBS opleggen aan zestien- of zeventienjarigen?............................. 173

5.5.7Relevante combinaties van jeugdsancties........................................ 174

5.5.7.1PIJ en jeugddetentie.................................................................... 174

5.5.7.2PIJ en geldboete......................................................................... 174

5.5.7.3Taakstraf en hoofdstraf................................................................. 175

5.5.8Voorwaardelijke vormen van jeugdsancties....................................... 178

5.5.8.1Voorwaardelijke veroordeling......................................................... 178

5.5.8.2Voorwaardelijke PIJ..................................................................... 178

5.5.8.3Voorwaardelijke invrijheidstelling................................................... 179

5.5.8.4Voorwaardelijke beëindiging PIJ.................................................... 179

5.5.9Nader over de bijzondere voorwaarden............................................. 180

5.6Justitiële documentatie...................................................................... 181

5.7Conclusie......................................................................................... 183

 
HOOFDSTUK 6 EMPIRISCH ONDERZOEK

6.1Onderzoeksopzet............................................................................. 185

6.2Enquête onder minderjarige zedendelinquen­ten................................... 187

6.2.1Inleiding........................................................................................ 187

6.2.2Ervaringen in de vroege kindertijd: persoon­lijkheids­te­korten............... 189

6.2.3Attitudes....................................................................................... 189

6.2.4Overige factoren............................................................................ 191

6.2.5Sociale competentie....................................................................... 191

6.3Het interview..................................................................................... 193

6.3.1Procedure..................................................................................... 193

6.3.2Gesprekstechnieken...................................................................... 193

6.4De dataverzameling........................................................................... 194

6.5De onderzochte dossiers................................................................... 196

6.6Demografische gegevens................................................................... 199

6.7Aantal verdachten per delict............................................................... 203

6.8Verdachte en slachtoffer.................................................................... 207

6.9Geweldsgebruik door de pleger.......................................................... 211

6.10De gemoedstoestand van de pleger.................................................. 212

6.11De seksuele handelingen................................................................. 213

6.12Justitiële afdoening van het seksuele delict........................................ 216

6.12.1Kwalificatie door de justitiële autoritei­ten........................................ 216

6.12.2Door de politie afgedaan............................................................... 217

6.12.3Door het Openbaar Ministerie afgedaan.......................................... 218

6.12.4Door de rechter afgedaan.............................................................. 219

6.12.5Samenvatting justitiële afdoening................................................... 222

6.13Antecedenten................................................................................. 223

6.14Recidive na het seksuele delict........................................................ 225

6.15Conclusie....................................................................................... 226

HOOFDSTUK 7 DWANGBEHANDELING VAN DRANGHANDELING

7.1Inleiding........................................................................................... 231

7.2Risicofactoren.................................................................................. 232

7.3Zedelijkheidswetgeving...................................................................... 234

7.4Onderverdeling minderjarige zedendelinquenten................................... 235

7.5Taak van het jeugdstrafrecht.............................................................. 236

7.6Protocol zedenzaken met minderja­rige verdach­ten............................... 241

BIJLAGEN

8.1Interviewprotocol............................................................................... 245

8.1.1Persoonlijke gegevens................................................................... 245

8.1.2Vragen m.b.t. sociale vaardigheden................................................. 246

8.1.3Vragen t.a.v. seksuele kennisontwikkeling....................................... 246

8.1.4Vragen t.a.v. mening over seksualiteit............................................. 246

8.1.5Vragen t.a.v. seksuele ontwikkeling/voorkeur................................... 247

8.1.6Vragen m.b.t. delict....................................................................... 248

8.1.7Vragen m.b.t. antecedenten............................................................ 249

8.1.8Vragen m.b.t. slachtofferver­leden.................................................... 249

8.2Vertaling tests voor bepa­ling van attitudes........................................... 250

8.2.1Burt Rape Myth Acceptance Scale.................................................. 250

8.2.2Abel & Becker Cognitions Scale..................................................... 251

8.2.3Attitudes Toward Women Scale (ATW)............................................ 253

8.3Verjarings- en execu­tietermijnen........................................................ 254

8.4La­n­de­lij­ke statistieken....................................................................... 255

8.4.1Processen-verbaal door politie en kon.mare­chaussee....................... 255

8.4.2Gehoorde verdachten seksuele delicten........................................... 256

8.4.3Vergelijking gehoorde verdachte en ingeschre­ven ten parkette........... 257

8.4.4Minderjarige zedendelinquenten ingeschreven ten parkette 1992........ 258

8.4.5Minderjarige zedendelinquenten ingeschreven ten parkette 1993........ 259

8.4.6Minderjarige zedendelinquenten ingeschreven ten parkette 1994........ 260

8.4.7Minderjarige zedendelinquenten ingeschreven ten parkette 1995........ 261
Samenvatting 263

Summary 269

Literatuur 275

Rechtspraak 289

Trefwoorden 293

Namenregister 297

Tabellen 299
De publicatieserie Methodische vaardigheden voor professionals is de kwaliteitsgarantie voor professionele beroepsbeoefenaars: (juridische) dienstverleners, P&O-ers, HR-managers, vertrouwenspersonen en hulpverleners. Deze serie is met name ook geschreven voor advocaten, mediationfunctionaris, medewerkers juridisch loket en rechters. De reeks methodische vaardigheden voor professionals biedt student en beroepsbeoefenaars inzicht in door de beschrijving van achtergronden en zeker ook betekenis en concrete toepassing van methodische vaardigheden. Ieder deel uit de reeks presenteert een of meer methoden, werkwijzen dan wel een methodiek dat wil zeggen samenhangend geheel van inzichten inzake het professioneel handelen. Elke uitgave in deze reeks bevat een geheel aan handreiking, vragenlijsten en stroomdiagrammen voor het uitvoerend werk. ActUmail publicatieseries vindt u hier

Vragen, problemen of feedback ? Hier is de responslink. Gebruik gerust onze vindfunctie.

Search this site powered by FreeFind

Andere interessante publicaties:
Checklist Opvang na potentieel traumatische incidenten. Vragenlijst voor de opvang van medewerkers die te maken hebben gehad met agressie en geweld door externen

Checklist Conflictoplossing. Vragenlijst voor de keuze van de meest kansrijke oplossingsmodaliteit

Checklist ongewenst gedrag. Vragenlijsten voor het zorgvuldig omgaan met signalen over ongewenst gedrag

'Herstelbemiddeling tussen slachtoffer & pleger van intimidatie, Herstel en beperken materiële, financiële en emotionele schade.’ Tijdschrift voor de Politie 64 (2002). English abstract

Bemiddeling als Alternatief, Handreiking voor hulp- en dienstverleners Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2001. auteurs: Michael Boelrijk &  Bert la Poutré ISBN 978903133636x

`Arbo-klachtrecht als Human Resources Management instrument', Personeelsbeleid 36 (2000)

'Nieuw klachtrecht in het kader van arbeid' Tijdschrift ArbeidsRecht 7 (2000)

`Is het oordeel van de Centrale Raad van Beroep over intimidatie begrijpelijk ?', Nederlands Juristen Blad 75 (2000),

`Sociale vaardigheidstraining voor (minderjarige) plegers ?’ in: A. Collot d'Escury-Koenings, A. v/d Linden & T. Snaterse (red.) Van Preventie tot straf, Naar meer sociale vaardigheden bij jongeren (1999) geactualiseerde versie 2005.

`Geen verplichte HIV-test . Kanttekeningen bij het rapport van de commissie-Meijers.' Tijdschrift voor de Politie 60 (1998)

`Taak en organisatie van de zedenpolitie', Tijdschrift voor de Politie 59 (1997)

'Gezocht: pedo-gerichte jeugdhulpverleners, commentaar op de VOG-richtlijn.' Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming 8 (1996)

`Kinderen als getuigen', Proces (1995)

Boekbespreking: `Binnen de steen van dit bestaan. Over rechtsbescherming en totale instituties.' Recht en Kritiek 21 (1995)

`Het mes snijdt aan twee kanten. Wapens weren van scholen', Tijdschrift voor de Politie 57 (1995)

`Het recht van de Kwartaalkursus', Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht 15 (1993)